Dag 9 Skogar-Höfn

Vanochtend vroeg opgestaan. Ik wilde heel graag de papegaaiduikers zien die vroeg in de ochtend te zien zijn bij Dyrholaey, ongeveer een half uur rijden van ons guesthouse.

Dyrholaey is een grote klif die een stukje van de kust af ligt. Bovenop staat een vuurtoren. Tegen de klif aan zitten tussen juni en half augustus papegaaiduikers. Op de klif waait het vanochtend windkracht 7 en het regent keihard. We kunnen achter een busje met moeite onze regenjassen en -broeken aan doen zonder dat ze wegwaaien.

We lopen langs de rand van de klif rond de vuurtoren.

De papegaaiduikers zitten een stuk onder

de rand van de klif weggedoken. Ze vliegen af en aan met stukken vis in hun bek. Gelukkig zijn er twee zo lief om even iets dichter bij te komen zitten zodat ik ze kan fotograferen. Met moeite overigens want het waaide zo hard dat het lastig was om stil te blijven staan.

De geplande wandeling langs het strand bij Vik slaan we over. Echt niet te doen met dit weer.

In Vik ontbijten we en doen een paar boodschappen. En tanken, dit moeten we regelmatig doen omdat het zo maar kan zijn dat je een hele tijd geen tankstation meer tegenkomt.

Daarna door naar Skaftafell. Onderweg af en toe oppassen geblazen, het grootste gevaar hier op de weg zijn schapen die zomaar oversteken.

We rijden door een gigantisch lavaveld dat helemaal begroeid is met een hele dikke laag mos. Prachtig groen en een bijzonder gezicht zoals dat over de lavablokken hangt.

Onderweg zien we een heleboel gletsjerstongen. De meesten afkomstig van de Vatnajökul, de grootste gletsjer van IJsland (circa 8% van het oppervlak van het land).

In Skaftafell maken we een kleine wandeling (8km). Eerste naar een waterval (Selfoss) en daarna door naar een uitzichtpunt boven de gletsjer. Het eerste stuk naar de waterval is erg druk en een saai pad. Later is het een smaller pad door een berkenbos (weer van die lage boompjes) met veel bloemen. Helaas ook hier weer een bui zodat alle regenkleding weer aan kan.

Na de wandeling door richting Höfn. Onderweg stoppen we nog bij een gletsjermeer. Hier storten stukken ijs in die afkomstig zijn van de Jōkusarlon gletsjer. Deze ijsblokken drijven vanuit het meer zo de zee in en komen terecht op het strand. Het strand is hier helemaal zwart gekleurd door vulkanisch gesteente. Een prachtig gezicht met de witte ijsblokken er op.

We kunnen weer opwarmen in de auto want we moeten nog zo’n 70km door. In ons guesthouse aangekomen snel een warme douche. Ondanks dat we minder inspanning hebben geleverd dan de afgelopen dagen, toch een vermoeide dag.

Straks eten in het restaurant hieronder onze “zolderkamer”.